Afstamming

Er bestaan verschillende manieren om de afstamming tussen twee personen vast te leggen. Deze afstammingsband heeft belangrijke juridische gevolgen, bij het erfrecht bijvoorbeeld. De juridische band tussen moeder en kind ligt vanaf de geboorte automatisch vast. Om die reden wordt deze band hier niet besproken.

Het vermoeden van vaderschap

Als algemene regel geldt het vermoeden van vaderschap:

  • een kind dat geboren is tijdens het huwelijk (of binnen de driehonderd dagen na de ontbinding of de nietigverklaring van een huwelijk) heeft de echtgenoot als vader.

Het vermoeden van vaderschap geldt niet als het kind geboren is meer dan driehonderd dagen:

  • nadat de echtgenoten gemachtigd waren om een afzonderlijke verblijfplaats te betrekken;
  • na de datum waarop de echtgenoten op een verschillend adres ingeschreven staan.

Betwisting van vaderschap

Het vermoeden van vaderschap kan, binnen een bepaalde termijn, betwist worden door een procedure die je moet opstarten bij de rechtbank.

De volgende personen kunnen een vordering instellen binnen deze termijnen:

  • de moeder (tot een jaar na de geboorte)
  • de man die volgens het vermoeden de vader is (de echtgenoot) (tot een jaar na de ontdekking van het feit dat hij niet de vader van het kind is)
  • de persoon die het vaderschap opeist (tot een jaar na de ontdekking van het feit dat hij de vader van het kind is)
  • het kind zelf (tussen zijn twaalfde en tweeëntwintigste verjaardag of een jaar na de ontdekking dat de echtgenoot zijn vader niet is)

Als de echtgenoot (vermoedelijke vader) overleden is voordat hij een vordering kon instellen, kunnen zijn bloedverwanten in opgaande en neerdalende lijn (grootouders, ouders, kinderen, kleinkinderen ...) zijn vaderschap betwisten. De afstamming heeft immers belangrijke gevolgen op het vlak van naamgeving en erfrecht.